In de negentiende eeuw moest koffie op Java wel met dwang worden geteeld. Slavernij in Suriname was immers één van de grootste concurrenten.


Voor het eerst is er nu een studie uitgebracht over gedwongen koffieteelt in het bergachtige Preanger gebied op Java. Een studie uitgebracht door de ontwikkelingssocioloog Jan Breman.


De koffieplant gedijde uitstekend in de hooglanden van Preanger, het woongebied van de Javaanse boeren. Hierdoor moesten de Javaanse boeren destijds hun andere gewassen links laten liggen. Want koffie deed het ook nog eens uitstekend op de wereldmarkt.


Wie weigerde koffie te telen of mee te werken kreeg te maken met intimidatie, lichamelijk geweld etc. Deze periode onder bewind van de VOC en daarna het Nederlands-Indische gouvernement duurde van 1720 tot 1970. Uiteindelijk waren het dezelfde boeren die het lukte om middels verzet dit afgeschaft te krijgen. Dit is te lezen in de studie van ontwikkelingssocioloog Jan Breman.


De koffie uit Java bracht veel geld in het laatje. Bijna de helft van de Nederlandse begroting kwam destijds uit Indonesië. Omgerekend ging het om zo’n 3 miljard gulden denkt de ontwikkelingssocioloog Jan Breman


De gedachte van toen was dat een minimale kostprijs alleen mogelijk zou zijn door de arbeidskosten te drukken. Het advies was dus ook: koffieteelt onder dwang. De concurrentie van de slavernij in Suriname en andere koloniale gebiedsdelen zou immers anders te groot zijn.


De studie heet “Profijt van onvrije arbeid” en is de eerste grote studie naar de koffieteelt op Java. Het heeft dan ook dertig jaar geduurd om alles in kaart te brengen


Koffievergelijk.nl verkoopt koffiebonen van Hesselink en BMI-Espresso uit Java, zie koffiebonen uit Java.

Bron: Aworaki.nl